| |
Hoofdstuk 18 - Poëzie en kunst - de Amsterdamse Limburgers
Rond de tweede wereldoorlog diende zich een nieuwe Limburgse generatie aan. In die periode namen de Katholieke Kerk en andere gezagsdragers in Limburg een dominante plaats in en deze waren van invloed op kunst en kunstenaars. Maar vooral de jongere kunstenaars rebelleerden hiertegen. Tijdens of vlak na de Tweede Wereldoorlog vertrokken zij naar de Rijksacademie van Amsterdam om zich daar verder te ontplooien. Daar kwamen zij in aanraking met abstracte en informele kunst van o.a. CoBrA en het Amerikaans expressionisme.
Willem Sandberg nam enkelen van hen op in zijn tentoonstelling Jonge schilders in het Stedelijk in 1950, hij organiseerde ook een expositie van hun werk in Heerlen. En daarmee werden de ‘Amsterdamse Limburgers’ geboren.
Het was het begin van een bloeiperiode in de Limburgse schilder- en beeldhouwkunst. Heerlen, met zijn vooruitstrevende burgemeester Van Grunsven en kabinetschef Pieter Defesche (niet de kunstenaar Defesche), die vaak een spraakmakende tentoonstelling in Heerlen zou organiseren, hebben een belangrijke rol hierin betekend.
Tot deze groep behoorden onder andere de Heerlenaren Jef Diederen en Frans Nols. Ger Lataster was geboren in Schaesberg maar hij bracht zijn jeugd door in het Eikenderveld. Zijn moeder was uitbaatster van een coöperatie, die in het huidige Markieshuis, Markiesstraat 5 gevestigd was. De familie woonde boven de winkel.
Andere Limburgse kunstenaars die als Amsterdamse Limburgers naamsbekendheid hebben gekregen waren Pieter Defesche (Maastricht), Lei Molin (Berg), Jan Stekelenburg (Maasbree), Gene Eggen (Ulestraten), Marianne van der Heijden (Kerkrade), Pierre van Soest (Venlo) en Harry Op de Laak (Venlo).
De schilders vonden ook aansluiting met de dichtersgroep De Vijftigers met name met Jan Elburg, Gerrit Kouwenaar en Bert Schierbeek. Ze maakten omslagen voor hun bundels en illustreerden deze. Toen in Limburg eind zeventiger jaren een nieuwe generatie dichters opkwam werd ook met hen samengewerkt. Wiel Kusters schreef een gedicht voor de tentoonstelling Dulle Griet van Pierre van Soest, Frans Budé schreef gedichten voor vele kunstenaars met name vooGer Lataster. Ook Hans van de Waarsenburg wijdde tussen 1988 en 2000 diverse gedichten aan hem.
 |
|
 |
|
|
| |
|
|
|
|
Twee bladzijden uit de doos met vijf houtsneden van Jef Diederen met het gedicht De Deur van Bert Schierbeek en een vertaling van Charles McGeehan.
terug «
|
|