3 > Akerstraat / Putgraaf
              
            
              
                |   | 
                  | 
                  | 
               
              
                |   | 
                De tuin van de familie Kneepkens,  hoek Akerstraat/Putgraaf | 
                  | 
               
              
                |   | 
                  | 
                  | 
               
             
            Het warenhuis Kneepkens strekte zich op een gegeven moment uit van de Akerstraat (oudbouw) tot              aan de Dr. Poelsstraat (nieuwbouw). Mijn grootvader had dus geen tuin meer. Daarom huurde hij de              aan de overkant van de Akerstraat gelegen tuin opzij en achter het toenmalige Rode Kruisgebouw. Die              toenmalige tuin besloeg dus heel de hoek Akerstraat / Putgraaf tot aan het klooster van de zusters 
              Karmelietessen. 
              Ik herinner mij dat in die tuin een stenen hert lag aan een klein, kroosrijk vijvertje. Ook stonden er grote              beuken in. In de herfst was het beukennootjes rapen geblazen. Tevens was op dat terrein de garage              voor de vrachtwagen van de firma en de kolossale Buick uit de jaren twintig die grootvader als privéauto            gebruikte. 
            Mijn grootvader Christiaan Emmanuel Kneepkens, naar wie ik vernoemd ben, was een echte patriarch.‘s Zomers werden mijn ouders, mijn broer en ik, alsook oom Chef en tante Corry van de Ververstraat en              hun kinderen geacht in die tuin te vertoeven. Daar zaten wij dan achter de vlaaien met mijn              grootmoeder en een handvol (ongetrouwde) tantes die inwoonden bij mijn grootouders, en die tevens dienden als winkelpersoneel. De zaak Kneepkens was een 100% familiebedrijf. 
              Naast de tuin dus de zusters Karmelietessen, een zeer strenge zwijgende orde. Alleen zuster portier en 
              zuster overste mochten met andere mensen spreken. De rest sprak alleen maar met God. Die zusters              moest je als gemeenschap onderhouden, want ze baden, tenslotte, aan een stuk voor het Heerlense              zielenheil. Als er helemaal niks meer te eten was, luidden ze de noodklok. Dan kwamen mijn oma en            andere vrome Heerlenaren direct aanrennen met broden en andere etenswaar (!). 
              
             
              
            De Herik - Heerlen & ik 
             
                                                              Kijk ik grondig 
                                                    Bloeit onder de heg 
                                                    de Nazoena 
                                                              Basho 
             
            Al als twaalfjarige hier voor de les Natuurlijke Historie 
              kroon- 
              blad 
              na kroonblad, Basho’s Nazoena gedetermineerd 
              de Herik (Sinapis Arvensis) 
              aan de rand van het Aambos 
              Dodelijk! 
             Wil je dan nog steeds van me horen Tante Corio- 
              vallum / tronend 
              als op de Dag van het Laatste Oordeel 
              in de witte lingerie-afdeling 
              van mijn Grootvaders zaak (zaliger gedachtenis) 
              aan de Akerstraat 
             Ach, wie van ons had ooit de komst van Baron Samedi 
              die van het spul heroïne, vermoed 
              stralend als op de berg Thabor 
              boven de (voormalige) Kneipp-inrichting 
              U, broeder Aloysius? 
             Hoe van liefst twee Wereldoorlogen 
  ’t champs de bataille schitterde 
              in m’n Grootvaders tuin 
             Achter het Rode Kruis-gebouw 
              aan de Putgraaf 
              U, mgr Savelbergh 
             Dat ik zou liefhebben Marieke van Nimwegen 
              (… haar tienergelaat als dat van de Christus 
              op het Tempsplein, ombloesemd door acne…) 
              Wie had ooit gedacht, Franciscus van Assisi 
              Ootmoedige op blote voeten / en U, Ignatius van Loyola 
              (Bid voor ons!) 
              dat dit zou zijn heel mijn droomcarriére 
             Terug naar de Akerstraat 
              scheuren in zwarte muren voorbij 
              over trottoirs, vol onkruid, beroet 
             Verhit 
              Café Bijsmans uit, als eens de gemobliseerden 
              uit dit half-Duits land 
              / Augustus 1914 / richting Yperen / Somme / Verdun 
              U, Kronprinz Herik? 
              
             
              
            Tuin van Eetlust 
            Op koele zomeravonden als de familie smakkend tot zich nam 
              groene haring, gevolgd door slierasperges in botersaus 
              biefstuk, salade, pommes frites, en toe 
              aardbeien, slagroom, mocca en vanille 
            dan deinden zij, de tantes, als pioenrozen, als zwaargassige 
              ballonnen op hun steel, op de golfslag van hun lacherigheid 
              in alle malse borsten koerde hoorbaar'Wagner 
            zo dronken ze wijn na wijn 
              tot elk hoofd paus pius twaalf leek in het Heilig Jaar 
              zo bleek! 
            tenslotte nam dan oom na oom, stomdronken, afscheid 
              en van elke tante wiegde het romig achterwerk weg 
              alleen de nacht bleeÍ over, die hele oude dame 
              die pauwblauwe waaier voor de eenzame glimlach 
              van het heelal 
              god van de vlinders, dan sliep je! 
              de ramen open, kostbare dromen ten prooi 
              
            terug « 
               |