Deelders uitvaart

 

Manuel Kneepkens - Noordermaasberichten
Nummer 176 - 13 maart 2020

 


 

 

Deelders uitvaart

 

 

De uitvaart van Jules Deelder op Hofwijck.had plaats op oudejaarsmiddag 2019. Ik had er een uitnodiging voor. Later op die dag zou er nog een grote afscheidsherdenking zijn in de Doelen voor heel Rotterdam.
Ik besloot, het was redelijk weer, per fiets de tocht vanuit Kralingen naar het andere eind van Rotterdam te maken. Tenslotte ben ik sinds jaar en dag de huwelijkspartner van een (inmiddels rustend) huisarts, die mij almaar aanspoort mèèr te bewegen.
Zodoende.
Onderweg had ik dus ruim de tijd om na te denken over mijn relatie tot overledene. Zijn relatie tot het verschijnsel gezondheid inbegrepen. Om met het laatste te beginnen. Druggebruik is uitzonderlijk ongezond. Ik heb mezelf er altijd ver van weten te houden. (Drank helaas niet . Mijn drankgebruik kan wel een tandje minder..) Jules heeft het lang vol gehouden, zo bezien.

Mijn relatie met Jules Deelder was dus niet drug-related, maar ... politiek. Nadat ik najaar 1992 samen met de oud-misdaadverslaggever van het Vrije Volk, de befaamd Horeca-deskundige Jim Postma plus de Ruimtelijke Ordeningsadviseur Hans van Heel de Stadspartij Rotterdam had opgericht, vonden we Jules Deelder bereid als lijstduwer toe te treden. 'Lijstdouwer' noemde hij het... Eb dat toetreden heeft zeker tot het succes van de nieuwe partij bijgedragen. Want er was nogal wat scepticisme omtrent ons politieke initiatief. Zeker in mijn toenmalige werkkring de Alma Mater Rotjeknor, de Erasmus-universiteit. Een locale partij in een grote stad....dat kón helemaal niet !Dat was een fenomeen van dorpen en kleine steden. Van de provincie. Aldus de universitaire sceptici. De slogan uit milieukringen “Think globally, act locally” was toentertijd nog allerminst tot Rotterdam doorgedrongen.
En het kon dus wèl!

In 1994, toen wij met de Stadspartij voor de eerste keer aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnamen- ik fungeerde als lijsttrekker- kwamen wij vanuit het niets met twee zetels in de raad. Jules had als lijstduwer genoeg stemmen verzameld om die tweede zetel in te nemen. Zetel één een dichter en zetel twee een dichter! Een dichterspartij. Naar mijn beste weten nog nooit eerder vertoond. Maar Jules zag er vanaf. Hij bleef liever 'aucteur'. . .

Het was dus vroeg in de middag van Oudjaar. En het geknal onderweg, vooral onder de viaducten , die ik passeerde op mijn tocht langs de Aelbrechtskade en de gevangenis richting Overschie was al oorverdovend. Dat beloofde wat voor de avond en de nacht! Het ging er zodanig hard aan toe , dat het leek of de knallers intuïtief beseften dan het weleens de laatste keer zou kunnen zijn. En inderdaad, Oogziekenhuis en Stadhuis bleken in het het nieuwe jaar eensgezind. alle vuurwerk dient in Rotterdam verboden. En dat is inmiddels ook gebeurd. Al dat geknal bracht plots een ander herinnering aan Jules Deelder bij mij boven. Ik had zowaar, buiten de politieke, nóg een band met hem Ik had naast Deelder geacteerd ….in een speelfilm!
En in die rolprent was overvol geluidsgeweld , want hij speelde zich af 'in de loopgraven van de eerste wereldoorlog'. 'Het Veld van Eer' heette die film.

In het najaar van 1981 maakte de Rotterdamse regisseur Bob Visser opnamen voor die film 'het Veld van Eer' , opdrachtgever de VPRO. . Synopsis van de film: Louis ( Ralph Wintgens), een wapenfetisjlist , neemt zijn bruid Ada (Loes Luca) op huwelijksreis naar Verdun, waar in de Eerste Wereldoorlog de soldaten bij duizenden gesneuveld zijn. Als als bezeten ijlt Louis van het ene oorlogsmonument naar het andere. Dan laat Louis zich met Ada expres op sluiten in fort Douamont en daar ontpopt hij zich als een hallucinerende maniak.

Het bleek een filmproject te zijn waarop geen zegen rustte. De ellende begon Frankrijk, waar Bob met zijn crew naartoe was getrokken om opnames bij Verdun te maken. Jules Deelder speelde een een belangrijke rol in die film. Hij had het bestaan om zich drugs laten opsturen vanuit Rotterdam – in een uitgehold boek nog wel – en dat hadden de Fransen ontdekt. De hele crew is toen een tijd lang opgesloten geraakt.
Blijkbaar had Bob vervolgens schoon genoeg van Frankrijk en besloten de film af te maken in Nederland

Ik had in die tijd mijn kinderen op de Vrije school aan de Vredehofweg in Kralingen. Net als Bob.
En op zekere dag toen wij beiden daar bij de poort stonden om onze lievelingen op te halen, vroeg Bob mij of ik mee wilde doen in een film... Filmster, al was het maar voor even -, ik ben een notoire cinefiel – dat leek mij wel wat. Die film was dus bovenstaand Veld van Ee , waarvan de ongelukkige voorgeschiedenis mij op dat moment onbekend was.
Daarover hoorde ik pas achteraf.
Het zou een bescheiden rol zijn, die ik zou moeten vervullen, maar wel in een cruciale scene . Drie Franse dichters als soldaten opgekomen voor hun nummer en gelegerd in een loopgraaf in Verdun, voerden daar een gesprek te midden van het oorlogsgeweld.... over poëzie ! Het leek Bob Visser blijkbaar een aardig idee om de rollen van die 'Franse dichters' te laten vertolken door Rotterdamse equivalenten. En daar zaten we dan. Frans Vogel Jules Deelder en ik.

Die scene werd opgenomen op het terrein van Zevenkamp, de Rotterdamse buitenwijk die toen nog volop in aanleg was. Wel waren daar al gleuven gegraven voor het storten van beton voor de fundering van de te bouwen huizen. En die gleuven kon Bob dus goed als loopgraven gebruiken.
Het was mijn eerste stap op mijn pad als 'filmster', zij het niet de enige. Later heb ik nog een een rol gehad in de VPRO-docudrama De Bewaarders van Pieter Verhoef. En daar is het bij gebleven. Filmacteur ...het was èn is duidelijk 'mijn Tao' niet.
Het was geen gelukkige casting, ondergetekende als Franse soldaat. De Franse soldaat, de poilu, is klein van stuk. Ik ben dat niet. Het poilupak, dat ik aan moest trekken, moest dan ook fiks worden wijd gemaakt en zelfs open geknipt op de rug en met veiligheid spelden worden vastgemaakt. De broek evenzo.

We hadden ook een sergeant,wijlen Cor van de Akker. Hij, een homoman, had de dag van zijn leven. Er was namelijk een homoscene in de film ingevlochten – ja , het was een 'gedurfde' film… Hij mocht in de liefdesclinch met een soldaat, met een van ons dus. Die scene werd uiteindelijk door Bob Visser zelf uitgevoerd, want daar hadden noch (wijlen) Frans Vogel noch (wijlen) Jules Deelder noch ondergetekende zin in.

En dan hadden we nog Fons Burger. Die Rotterdammer horecatycoon moest een stervende soldaat verbeelden, die in zijn darmen geraakt was. Daartoe werd Fons neergevlijd op de zandzakken, die de rand van de loopgraaf vormden. En er werd een lint van plastic worstjes (de darmen) van onder zijn soldatenjas uit zijn bloedig geschminkt onderlijf op de zandzakken gedrapeerd.
Een getrainde tamme rat moest daaraan snuffelen.
Maar toen rat op hem afkwam,hield Fons het niet langer, stond op en rende richting Ommoord, al gillend: 'Dit kan ik niet! En mijn relatie is ook al uit!’ De regisseur, de catering, fotografe Hansje de Reuver, die de stills maakte, iedereen er achter aan. We hebben Fons terug weten te halen voordat hij de eerste huizen van Ommoord had bereikt. Ook die scene heeft Bob Visser toen maar zelf gedaan.

Blijkt op het IFFR, het internationale filmfestival van Rotterdam, dit jaar Bob Visser het stralende middelpunt. Al zijn filmwerk, met als hoogtepunt het Legioen van Eer, is er opnieuw vertoond.
Maar dat is nog niet alles. De still van Hansje de Reuver, waarin Vogel, Deelder en ik samen in die Zevenkampse loopgraaf schuilen, blijkt heden levensgroot aangebracht in de foyer van bioscoop Lantaarn-Venster op de glaswand met uitzicht op de Rijnhaven.
Die still valt niet te missen. Iedereen op weg naar het toilet, moèt erlangs!

 

 

Manuel Kneepkens

 

 

terug «

 
     


 

Noordermaasberichten

Van tijd tot tijd stuurt Manuel Kneepkens (Heerlen, 1942) ons een bericht vanuit zijn woonplaats Rotterdam

lees alle berichten hier »